Bestaat er geen aanleiding om af en toe enige stedenbouwkundige soepelheid toe te passen, bijvoorbeeld wanneer men de solidaire vormen van huisvesting wil bevorderen?
Als de initiatiefnemer van het project meent dat de beoogde werken wel degelijk binnen het kader vallen van het ‘geringe omvang’-besluit (en daardoor geen vergunning vereisen), moet hij dan desondanks officieel een vergunningaanvraag indienen (met dien verstande dat de vergunningverlenende instantie deze hoe dan ook toekent)?
Welke filosofie zit er achter de vrijstelling van vergunning voor ‘de bouw en de plaatsing van elementen ontwikkeld in het kader van het universitair onderzoek of verbonden aan hoger, niet-universitair onderwijs?